Wanneer zal het einde van de wereld komen?


De kennis aangaande de tijd van de qīyāmah behoort alleen toe aan Allah. Dat wil zeggen dat Allah de enige is Die weet wanneer de ondergang van de wereld zal geschieden. Noch onze profeet (saw), noch Djibrīl en noch iemand anders heeft deze kennis. Immers, in de overlevering van de profeet (saw) die als “Djibrīl hadis” bekend is, vroeg Djibrīl (as) aan de profeet (saw) wat iman, islam en ihsan allemaal inhouden. Nadat de profeet (saw) het antwoord op al deze vragen gaf, vroeg Djibrīl (as) wanneer de ondergang van de wereld zal geschieden. Hierop zei de profeet (saw) dat degene aan wie een vraag over deze kwestie wordt gesteld (de profeet) niet meer kennis heeft dan degene die de vraag stelde (Djibrīl). De Schepper van het universum verkondigt deze waarheid in verschillende verzen van de Koran. Sommige ervan luiden als volgt:

Alleen bij Allah is de kennis over de qīyāmah.[1]

En gezegend is Degene aan Wie de heerschappij van de hemelen en van de aarde toebehoort en alles wat zich daartussen bevindt. En de kennis over de qīyāmah is bij Hem en tot Hem worden jullie teruggebracht.[2]

Zij vragen jou wanneer de qīyāmah zal plaatsvinden. Zeg: De kennis daarvan berust alleen bij mijn Heer. Niemand behalve Hij zal de tijd ervan openbaar maken. Het is een gewichtige kwestie in de hemelen en op de aarde. Het zal jullie onverwachts overkomen. Zij vragen jou alsof jij ervan op de hoogte bent. Zeg: De kennis daarvan is alleen bij Allah, maar de meeste mensen weten dit niet.[3]

Een keer kwam iemand naar de profeet (saw) en vroeg hem wanneer de qīyāmah zal plaatsvinden. Hierop vestigde de profeet (saw) de aandacht op het belang van de voorbereiding op de qīyāmah en niet op de tijd ervan. Hij vroeg: “Wat heb jij voorbereid voor de qīyāmah?”[4] Dus, het belangrijkste voor een moslim is niet het weten wanneer de qīyāmah zal aanbreken, maar zich goed voorbereiden op het eeuwige leven dat na het aanbreken ervan zal beginnen. De qīyāmah is de dood van de wereld en niet de dood van de mens. Men dient zich zorgen te maken over zijn eigen dood. Dat wil zeggen dat de ware qīyāmah voor de mens zijn eigen dood is. Naast dit feit zien wij echter dat de profeet (saw) de voortekenen van de qīyāmah heeft beschreven, zodat zijn oemmah er een wijze les uit kan trekken.

In de kwesties die we tot nu toe hebben behandeld, hebben we duidelijk gemaakt dat niemand anders dan Allah de exacte tijd van de qīyāmah weet. Zelfs de profeet (saw) wist het niet, omdat hij uit zichzelf het verborgene niet kon ontsluieren. Hij was echter een geliefde van de Alwetende van het verborgene. Al het bestaande en alle tijdperken bevinden zich onder Zijn gezag. Alles is vastgelegd in Zijn kennis, opdat Hij dat, wanneer Hij dat wil, aan hem bekend maakt. Dat houdt in dat Muhammed (saw) van Degene in Wiens kennis alles zich bevindt zijn lessen ontving en alle kennis daaruit overdroeg. Dus, hoewel de profeet (saw) van de exacte tijd van de qīyāmah niet op de hoogte was, heeft hij –voor zover Allah het hem heeft geopenbaard– de voortekenen ervan verkondigd.[5]

Footnotes

  1. ^ De Koran 31:34.
  2. ^ De Koran 43:85.
  3. ^ De Koran 7:187.
  4. ^ Ahmed bin Hanbal, al-Musnad, III, 192, 202.
  5. ^ Abdullah Zeyd Tarik, De Dood (een einde of een nieuw begin), uitgeverij v&i (vragenenislam.nl), blz. 38-41.

Gerelateerde vragen